Geschiedenis

In de jaren dertig had St. Agatha al een voetbalclub. De naam was DIOS (Dit Is Onze Sport). Tussen Toon Janssen en Café Lombok lag het veld destijds. Deze club heeft ongeveer acht jaar bestaan. In 1953 waren er enkele voetballers die het oude DIOS weer wilden laten herleven. Het veld lag nog gereed. Er werden wat wedstrijden gespeeld, maar de club kreeg helaas geen erkenning. Hierdoor gingen enkele voetballers uit St. Agatha elders spelen. Uiteindelijk besloten drie man door te gaan tot de oprichting van V.C.A. een feit was.

De oprichting van V.C.A. kwam tot stand doordat enkele jongens aan Pastoor Peeters Weem hadden gevraagd om op 2e Kerstdag via zijn spreekstoel een oproep te doen voor het oprichten van een sportclub. Na de hoogmis verzamelden zich 27 personen in het Parochiehuis. Er werd gestemd, 23 personen stemden voor een voetbalclub. Er werd een commissie samengesteld, die bestond uit Piet Broekmans, Carel van Elst en Allard Kooijmans. Zij namen contact op met de Zwaluw in Oeffelt en de heer Theunissen uit Vianen. Laatstgenoemde heeft de drie veel gesteund en wegwijs gemaakt. Ook stelden Jan Gerrits, Harry Daanen en Matheu van Elst zich beschikbaar om leden te gaan werven. De voetbalbond eiste 50 leden, verdeeld over tenminste twee senioren -en 1 junioren elftal. Heel het dorp werd bezocht, het aantal van 50 werd ruim gehaald. Na de eerste vergadering op 26 december 1960 werd onze club opgericht op 18 mei 1961.

Het voorlopige bestuur zag er als volgt uit:

– A. Kooijmans (voorzitter)
– P. Broekmans (secretaris)
– C. van Elst (penningmeester)
– Pastoor Peeters Weem (geestelijk adviseur)

Een groot probleem was het voetbalveld. Er werd bij verschillende mensen aangeklopt en jawel: Helm Broekmans (ook een oud DIOS speler) was bereid om een hectare grond beschikbaar te stellen. Dit kon vervolgens worden geruild met Koos Jilesen, die zijn volledige medewerking gaf om V.C.A. zijn eerste veld aan te leggen aan de Oud Kerkenhuisweg bij Tien Jilessen. Tien stelde een schuurtje beschikbaar als kleedruimte. De goals werden beschikbaar gesteld door de Jonge Boerenstand die in die tijd de beschikking had over een voetbalveldje bij Boerke Janssen. Zo werd alles door veel samenwerking tot stand gebracht. Het was jammer dat de doellatten te kort waren. Er moesten twee nieuwe besteld worden bij timmerbedrijf H. van Dinten. De eerste kosten (230 gulden) waren een feit. Sponsors bestonden in die tijd nog niet, een grote tegenvaller dus.

Vanaf dat moment liep alles naar wens. De eerste ledenvergadering werd op 22 maart 1961 gehouden. Na aandringen van de leden bleef het voorlopige bestuur tot alles op poten zou staan. De tweede vergadering volgde op 17 mei 1961 en het zag er goed uit voor onze club. Het wachten was alleen nog op de officiële erkenning. Er werd besloten om een definitief bestuur te kiezen, wat er als volgt kwam uit te zien:

– P. van Elst (voorzitter)
– H. van Dinten (secretaris)
– A. Kooijmans (penningmeester)
– R. Jilessen (bestuurslid)
– J. Thoonen (bestuurslid)

Het wachten op de officiële erkenning liep uit op een tegenvaller: vooralsnog mochten we niet toetreden tot de KNVB.

Er werd een onderhoud aangevraagd bij de KNVB in Breda. Uit het gesprek bleek al snel dat er een club in de gemeente (J.V.C.) tegen de oprichting van een voetbalclub in St. Agatha was. Omdat aangetoond kon worden dat alles in kannen en kruiken was, dat de meeste spelers nog bij de Zwaluw in Oeffelt voetbalden en dat ons dorp rijk was aan zelfstandige verenigingen, werd het protest van J.V.C. afgewezen. Op 7 juli 1961 viel de erkenning alsnog in de brievenbus. Enige restrictie was dat alleen juniorenleden van de Zwaluw en J.V.C. direct overschrijving kregen.

De seniorenleden die van de Zwaluw wilden terugkeren naar V.C.A. moesten nog een jaartje wachten. Dat was helaas niet mogelijk, want dan kon V.C.A. geen twee elftallen op de been brengen. Het eerste jaar heeft een aantal mensen onder andere namen gespeeld. Zo kon V.C.A. in september 1961 van start gaan. De naam DIOS mocht niet meer, er moest een andere naam komen. Verschillende namen werden doorgegeven aan de KNVB. De bond koos voor V.C.A.

Na drie jaar voetballen bij Koos Jilessen werd ons veld geruild met grond achter Jan Thoonen, wederom met medewerking van Helm Broekmans. Op deze plek ligt nu nog steeds ons tweede veld. Door Cuijk werd een noodwoning beschikbaar gesteld, maar die moest wel door de leden zelf afgebroken en weer opgebouwd worden. De palen voor de afrastering werden uit Stevensbeek gehaald. De palen van de ballenvangers kreeg V.C.A. van de vliegbasis in Volkel. Harry Kepser hielp ons voor een lage prijs aan het gaas en zo kwam ons nieuwe terrein door veel zelfwerkzaamheid en samenwerking tot stand.

Omdat de voetballers uit St. Agatha nog allemaal lid waren van andere voetbalclubs en overschrijvingen door de KNVB tussentijds niet werden toegestaan, werd het eerste seizoen 1961-1962 gestart met enkele niet-speelgerechtigde spelers. Dit seizoen stond onder leiding van Anton (Tonny) Kuijpers, welke als speler tevens de honneurs van trainer waarnam. Hij werd hierbij geholpen door een elftalcommissie, bestaande uit T. Derks, J. Hendriks en T. Timmers, welke heren “thuis” steeds de opstelling maakten. Het eerste seizoen werd afgesloten met een plaats in de middenmoot. In 1962-1963, het seizoen van de Elfstedentocht, werd er meegespeeld om de eerste plaats, maar werd naast het kampioenschap gegrepen. Zo werd ook in 1963-1964 in de top meegedraaid.

De contributie kon in de jaren zestig laag gehouden worden, mede dankzij de huurprijzen van de gepachte velden van Eerwaarde Kruisheren, de heren Rein Jilesen en Jan Thoonen. Voor de gehuurde 0,77 hectare werd over 9 jaren een pachtprijs van fl 134,75 per jaar betaald.

In het seizoen 1964-1965 werd het eerste kampioenschap van de club binnengehaald. Er werden twee promotiewedstrijden gespeeld tegen “het Oventje” uit Zeeland. De eerste wedstrijd in Beers eindigde in 2-2, waarna de tweede wedstrijd in Mill werd gewonnen. Promotie naar de derde klasse was een feit. Hoe lang het onrustig is gebleven in St. Agatha is niet meer bekend.

Het seizoen 1965-1966 werd gestart met de nieuwe trainer Jan Hermens, welke helaas niet kon verhinderen dat V.C.A. in datzelfde seizoen degradeerde en weer een treetje lager moest gaan in de vierde klasse. Zoals ook nu de voetbalwetten luiden, werd destijds ook de trainer de dupe van het negatieve resultaat. Bert van Bergen werd aangetrokken als nieuwe trainer.

In het seizoen 1967-1967 werd onder de nieuwe trainer promotie bereikt naar de derde klasse, waarna in het seizoen 1968-1969 onder leiding van trainer Henk ’s Gravenmade weer degradatie volgde naar de 4e klasse.

Het trainen stond destijds op een laag pitje, omdat V.C.A. niet beschikte over een lichtinstallatie. In de wintermaanden moest daarom worden uitgeweken naar het Arodaveld in Cuijk. Dit was voor de mannen uit St. Agatha natuurlijk geen ideale situatie. In het seizoen 1969-1970 kreeg V.C.A. een eigen verlichting rondom het voetbalveld, waardoor de mannen op hun thuisbasis konden trainen. In het seizoen 1970-1971 leverde dit direct een fantastisch resultaat op door met de nieuwe trainer Willem Thijssen, ook wel “Ijzeren Willem” genoemd, voor de tweede maal in het bestaan van V.C.A. kampioen te worden.

In de herfst van 1971 werd een begin gemaakt met de aanleg van het tweede veld, ons huidige hoofdveld. Een jaar later kon het veld in gebruik worden genomen, waarna het idee werd opgevat om samen met Quick Up een nieuw gebouw met kleedgelegenheid en kantine neer te zetten. Tot dat moment hadden we ons gered met een tot kleedhok omgebouwde houten noodwoning aan de Groeneweg.

Dit gebouw voldeed niet meer aan de zogenaamde Bondsvoorschriften, zodat in april 1973 aan “De raad der Gemeente Cuijk” een brief werd gericht met het verzoek om subsidie. Voor de aanschaf van bouwmaterialen werd een bedrag van ? 22.500 aangevraagd. De leden van beide verenigingen zouden zelf het gebouw neerzetten. Bij het subsidieverzoek werd zelfs een lijst gevoegd met namen van de leden die bereid waren hun handen uit de mouwen te steken voor V.C.A. en Quick Up.

Het seizoen 1973-1974 begon Gerard van Halen aan zijn eerste trainingsperiode. Hij bleef twee seizoenen en zou later (in 1981) terugkeren bij V.C.A. De volgende trainer was Arie Luypen, die het in zijn tweede seizoen presteerde om met V.C.A. voor het eerst naar de eerste klasse te promoveren. Een prachtig moment, omdat V.C.A. in dat seizoen 15 jaar bestond. De nieuwe kantine was op dat moment al even in gebruik, getuige de op 1 april 1974 afgegeven “Ontheffing Drank- en Horecawet”. In deze ontheffing werd toestemming verleend om tijdens wedstrijden en clubavonden bier te verstrekken in de kantine aan de Liesmortel. Dat het regelmatig erg gezellig was en daarbij de voorschriften niet altijd even nauw werden genomen, bleek wel uit een brief van 3 juni 1977. In deze brief werd V.C.A. door de Gemeente Cuijk met klem verzocht de voorwaarden stipt na te leven, omdat was gebleken dat deze niet of onvoldoende in acht werden genomen.

Helaas was het verblijf in de eerste klasse van korte duur. Het seizoen 1977/1978 werd afgesloten met een directe degradatie. Twee seizoenen later, Arie Luypen was inmiddels opgevolgd door Theo Cornelissen, degradeerde het eerste elftal nog een keer. V.C.A. speelde weer in de derde klasse. Arie Luypen bleef overigens actief als jeugdtrainer en leider. In 1995 overleed Arie na een kortstondige ziekte, iets wat bij vele V.C.A. leden een grote indruk achterliet.

Bestuurders vinden was in die tijd blijkbaar niet zo’n probleem. In de jaren zeventig bestond het bestuur van V.C.A. een periode uit negen personen, waarvan zelfs een tweede secretaris (Sj. Heijsterman) en een tweede commissaris (C. Smits).

Op 19 augustus 1978 stopte Tonny Kuijpers, de eerste trainer van V.C.A., als vijftigjarige als actief voetballer. Op genoemde datum werd voor hem een afscheidswedstrijd georganiseerd. Nadien hebben we Tonnie nog lange tijd als scheidsrechter op de velden van V.C.A. mogen zien.

In het seizoen van het twintig jarig jubileum werd Allard Kooijmans als voorzitter opgevolgd door Jan van Es. Op de jaarvergadering werd Allard bedankt voor zijn vele verdiensten met een benoeming tot eerste erevoorzitter van V.C.A.

In de jaren ’80 krijgt onze accommodatie langzaam maar zeker zijn huidige vorm. In de voorbije jaren is gebleken dat het gebouwtje, dat gedeeld moet worden met korfbalvereniging Quick Up, veel te klein is geworden. Zo moeten schuifwanden in de kantine er voor zorgen dat, ook als er meer dan één team tegelijkertijd thuis speelt, het omkleden en douchen toch enigszins afgeschermd kunnen gebeuren, waarna vervolgens na het afdrogen en schoonmaken, dezelfde ruimte dienst doet als plek om gezellig een pilsje te nuttigen.

Begin jaren ’80 stelt de Gemeente Cuijk en (toen nog) St. Agatha echter een krediet beschikbaar van fl 135.000, waardoor een aanvang gemaakt kan worden met een uitbreiding van het bestaande gebouw met twee kleedkamers, twee materiaalhokken, twee scheidsrechterkleedkamers en een kantine met keuken, entree en een dames- en herentoilet. Onder leiding van een geïnspireerde voorzitter Jan van Es en middels een flinke dosis zelfwerkzaamheid verrijst er in korte tijd weliswaar geen architectonisch hoogstandje, maar wel een zeer functioneel gebouw, waarmee de gehuisveste verenigingen nog jaren vooruit moeten kunnen. Uiteindelijk krijgt de accommodatie de naam “Veldzicht” toebedeeld, een naam die door 2 Quick Up speelsters verzonnen is, namelijk Dorien Arts en Ine Gerrits.

Op sportief gebied valt er begin jaren ’80 elk jaar wel iets te beleven in St. Agatha. In 1981 haalt V.C.A. een periodetitel en heel St. Agatha rukt uit naar de wedstrijd tegen Venhorst die eindigt in een gelijkspel, waardoor een replay noodzakelijk is. In Wanroij moet nu de beslissing vallen, VCA moet winnen, omdat Venhorst in de competitie hoger geëindigd is. Vijf minuten voor tijd leidt de tegenstander echter nog steeds, waarna de meegebrachte spandoeken al opgevouwen worden en gedoemd lijken weer terug te vallen in hun oorspronkelijke rol van beddenlaken. V.C.A. scoort echter alsnog de gelijkmaker en in de allesbeslissende verlenging is het uiteindelijk Jan Gosens die door het benutten van een strafschop V.C.A. terug naar de 2e klasse schiet.

Degradatie volgt echter een jaar later, waarna onder leiding van Gerard van Halen een jaar later het verloren gegane terrein opnieuw wordt goedgemaakt. In een promotiewedstrijd die in Beers wordt gespeeld, wordt het Velpse SCV’58 verslagen. Het verblijf in de 2e klasse duurt nu twee jaar, waarbij velen met name de wedstrijden tegen FC Ewab nog vers in hun geheugen zullen hebben. Enkele rake klappen, een zich achter het huis van Rein Jilisen verschuilende trainer Wieger van de Mast en een 1e elftal dat zich verschanst in de kleedkamer zorgen voor één van de dieptepunten in de VCA geschiedenis.

In 1985 volgt degradatie naar de 3e klasse. Een leeglopende selectie zadelt de nieuwe trainer Joop Heinstra rond het 25 jarig jubileum op met een zeer moeilijke taak. Promotie zit er voor de piepjonge spelersgroep niet in en ook zijn opvolger Frans van Dieten weet V.C.A. eind jaren ’80 niet naar een hoger niveau te stuwen. V.C.A. lijkt bij het 30 jarig bestaan in 1991 dan ook vastgeroest te zitten in een klasse waarin het gezien het beperkte inwonertal van St. Agatha ook thuis zou horen. Sportief hoogtepunt uit deze periode is de winst in 1989 van het Land van Cuijk toernooi, waar V.C.A. door overwinningen op Estria, Vianen Vooruit en G.V.V. ’57 in de finale belandt. Na strafschoppen wordt het hoger spelende Hapse Boys verslagen, waarna de gewonnen trofee wordt overhandigd aan de vertrekkende trainer Joop Heinstra.

Ook bij de lagere elftallen waren de successen in de jaren ’80 zeer schaars. Slechts het 3e elftal weet zich in deze jaren aan de algehele malaise te onttrekken door het binnenhalen van het kampioenschap in de reserve 4e klasse.

Nadat eind jaren ’70 de eerste pioniers vanuit de Cuijkse nieuwbouwwijk Padbroek de weg weten te vinden naar het sportpak in St. Agatha, melden zich ook steeds meer jeugdleden vanuit deze wijk zich aan. Dit is een welkome aanvulling voor de V.C.A. jeugd, want het wordt nu mogelijk om bijna iedereen in zijn eigen leeftijdscategorie te laten spelen. Met name Harry v.d. Burgt zorgt ervoor dat het aantal jeugdleden explosief stijgt, bij elke jongen en zelfs bij enkele meisjes die ook maar een bal kunnen trappen, staat hij op de stoep met een aanmeldingsformulier voor onze vereniging. Zo wordt onder leiding van Jos v.d. Venn, Gerrie Coenen, Christ Gerrits en Piet v.d. Broek zelfs besloten om een jeugdbestuur op te richten om voldoende aandacht te kunnen schenken aan die leden die uiteindelijk de toekomst van V.C.A. zullen moeten waarborgen.

Het fenomeen zaterdagvoetbal doet bij V.C.A. zijn intrede als zich vanuit de Valkenhorst een heel (straat)elftal aanmeldt, dat wekelijks zijn wedstrijden gaat spelen tussen de zaterdagveteranen uit de regio. Ook vanuit Cuijk centrum meldt zich een compleet team, rechtstreeks vanuit Café de Posthoorn rollen deze jongens, onder leiding van Marcel Bulkens, het voetbalveld op, waarbij met name de gebroeders Lange opzien baren door een heel biervat onder hun voetbalshirt mee te torsen. En dit bovendien na de wedstrijden ook nog eens voor een groot deel zelfstandig te legen.

Het beheer van de kantine van V.C.A. is deze jaren met name in handen van Piet en Marietje Giezen, die altijd voor eenieder klaar staan. De kantine is altijd een plek waar alle leden een stukje warmte vinden na wedstrijden en trainingen door middel van het serveren van een lekkere bak snert, een lekker bokbiertje of het optuigen van de kantine met een flinke kerstboom. Zij worden hierbij met name gesteund door de grootste sfeermakers uit de periode, Gerard “roze olifantje” Gabriels en Frans Raemakers, die uiteindelijk samen met de rest van de seniorenleden, van dit fantastische stel afscheid nemen tijdens een emotionele bijeenkomst achter gesloten gordijnen ten huize van de familie Giezen.

In de tachtiger jaren wordt ook de dorpsloop voor het eerst georganiseerd. Wat in eerste instantie opgezet wordt als een loop voor de V.C.A. senioren om hun conditie te testen of bij te houden, groeit langzamerhand uit tot een loop die ook buiten de dorpsgrenzen van St. Agatha bekend wordt. Na aansluiting bij de regionale trimloopcompetitie groeit het deelnemersaantal van dit gebeuren zelfs tot boven de 200. Na een aantal succesvolle jaren verdwijnt de trimloopcompetitie eind jaren negentig.

Waar de eerste 30 jaren van het bestaan van V.C.A. qua accommodatie eigenlijk continu in het teken stonden van uitbreiding, laten de jaren ’90 steeds meer een beeld zien van renovatie en onderhoud. Allereerst is er begin jaren ’90 de vervanging van de 20 jaar oude lichtinstallatie. Zes van de oude lage verlichtingspalen worden vervangen door nieuwe, hogere en betere masten en ook de complete bekabeling wordt vervangen. Daarna vormt het dak van ons gebouw eigenlijk continu een probleem. Vele malen worden lekken door wat lapwerk gedicht voordat eind jaren ’90 eindelijk besloten wordt om het complete dak te vervangen.

Tussendoor krijgt Quick Up nog een eigen materialenhok, waardoor V.C.A. een ruimte vrij kan maken voor de opslag van de kleding van alle elftallen, het hoofdveld wordt aan één zijde voorzien van een tegelpad en de harde kern van de V.C.A. supportersschare krijgt zelfs een eigen verharde ondergrond aan de overkant van het veld. De volgende verandering vindt in 1999 plaats met de aanbouw (door Fons Thoonen) van een serre tegen de kantine aan. Hierdoor kunnen de bezoekers wat ruimer worden opgevangen en bij slecht weer de wedstrijden toch nog droog bekijken. In de zomer van 2000 is tenslotte het “badmeesterhokje” bij de entree vervangen door een gemetseld gebouwtje, zodat ook onze entreeheffers hun werkzaamheden droog kunnen verrichten.

In 1991 wordt oudgediende Joop Heinstra opnieuw aangetrokken als trainer en langzamerhand beginnen de investeringen van de voorgaande jaren hun vruchten af te werpen. In 1994 wordt het kampioenschap in de 3e klasse ternauwernood aan Elsendorp gelaten, maar in 1996 is het bij het afscheid van de na 10 jaar vertrekkende voorzitter Jan Berkhout wel raak. Onder leiding van de debuterende coach Bert van Benthum wordt op het terrein van buurman de Zwaluw het kampioenschap al in een zeer vroeg stadium binnengehaald. Promotie volgt echter niet omdat de 3e klasse wordt opgeheven en alle teams overgaan naar de nieuwe 6e klasse KNVB. Het missen van een werkelijke beloning is echter geen belemmering voor het houden van een groot feest en nadat V.C.A. 3 in Oeffelt het vuurwerk al heeft ontstoken, wordt het eerste kampioenschap na bijna 20 jaar tot in de kleine uurtjes doorgevierd.

Het missen van promotie is voor V.C.A. echter geen belemmering om dit kunstje nog eens over te doen in 1997 na een spannende competitie, waarbij Estria enkele wedstrijden voor het einde af moet haken in de kampioensrace. Promotie naar de 5e klasse volgt nu wel en nadat de eerste helft van de nieuwe competitie nog wat gewenningsproblemen geeft, kan V.C.A. zich, voor het eerst in de geschiedenis, mede door de komst van enkele routiniers, al jaren op dit niveau handhaven. Het seizoen 2000-2001 werd echter een zwarte pagina in de VCA-geschiedenis. De KNVB heeft opnieuw tot een reorganisatie besloten, waardoor V.C.A. vanaf 2001 in Zuid II (Limburg) gaat spelen en een versterkte degradatieregeling maakt het zeer waarschijnlijk dat in deze afdeling in de 6e klasse begonnen zal moeten worden.

Voor de lagere elftallen zijn ook de jaren ’90 aanmerkelijk minder succesvol, bijna alle teams vertoeven in de laagste reserveklassen, alhoewel het 2e elftal zich nu reeds enkele jaren op een wat hoger niveau handhaaft. V.C.A. 5 (“de veteranen”) zorgt halverwege de jaren ’90 onder de bezielende leiding van het duo Christ Gerrits en Piet Wijnen nog wel voor een positieve verrassing door in de 7e klasse het kampioenschap te veroveren. In een beslissingswedstrijd wordt VIOS ’38 verslagen. V.C.A. 3 zorgt er verder voor dat St. Agatha ook in het buitenland bekend wordt door deel te nemen aan een toernooi in het Spaanse Lloret de Mar, waar het ene succes aan het andere wordt geregen (of dit op sportief gebied was, heeft dit team nooit duidelijk kunnen maken).

In het begin van de 90-er jaren is het ledenbestand van de V.C.A. jeugd groter dan ooit tevoren. Zo komt het zelfs voor dat er twee D-elftallen de competitie ingaan en het aantal kampioenschappen houdt dan ook gelijke tred. De honkvastheid van de Cuijkse leden blijkt echter wat achter te blijven bij die van de St. Agathase jongeren, waardoor er na enkele jaren toch enigszins de klad komt in het aantal jeugdleden. In 1993 wordt er samen met de Zwaluw een A-elftal gevormd om toch iedereen enigszins in zijn eigen leeftijdscategorie te kunnen laten voetballen en dit blijkt een grote meevaller te zijn voor eenieder die betrokken is bij deze samenwerking. Als enkele jaren later opnieuw een aantal jongens buiten de boot dreigt te vallen, wordt toenadering gezocht tot Vianen Vooruit en tot op de dag van vandaag blijken alle jongens die hier onderdak hebben gevonden, het zeer naar hun zin te hebben.

Eén van de hoogtepunten uit de laatste jaren van de V.C.A. jeugd vormt het bezoek dat gebracht wordt aan het Brunssumse Schuttersveld, waar een uitwisseling plaats vindt tussen beide jeugdafdelingen. Nadat de jeugd zich overdag heeft uitgeleefd in wedstrijden tegen de Limburgse jeugd, is het ’s avonds de beurt aan de jeugdleiding om zich uit te leven. Terwijl de meeste leiders alle moeite hebben om de A-jeugd in het dorpsleven in het gareel te houden, besluit hoofdjeugdleider Christ Gerrits om ’s nachts met de auto (al dan niet met een slokje op) ook maar eens een kijkje te gaan nemen. Deze belandt echter in een geul en kan pas een week later opgehaald worden bij de Limburgse garage.

Een ander tweejaarlijks hoogtepunt vormt de kampweek in de bossen achter het KNVB sportcentrum in Zeist. Sjaak Verhoeven begeleidt de V.C.A. jeugd met een wisselende leidersstaf al vele jaren voor een zeer afmattende week, waar sport en spel voorop staan, maar waar ook zeer vele contacten met andere verenigingen opgedaan worden, zoals bijvoorbeeld het eerder Schuttersveld uit Brunssum en SSS uit Klaaswaal dat in St. Agatha te gast is geweest.

Naast de activiteiten voor de jeugd organiseert de activiteitencommissie van V.C.A. ook het jaarlijks terugkerende 4×4 toernooi na de reguliere competitie. Hierbij wordt op wisselend niveau op kleine veldjes met zeer veel doelpunten zeer fanatiek gestreden om vooral de eer, waarbij diverse V.C.A. leden er niet voor terugschrikken om spelers van buitenaf te contacteren. Onderling strijden de V.C.A.-ers begin jaren ’90 tijdens het, door Jos van de Venn bedachte, Tutti Frutti toernooi op het gebied van voetbal en voetvolley. Helaas is de belangstelling voor dit toernooi, na het afscheid van haar grote inspirator, dusdanig gekelderd dat dit toernooi tegenwoordig niet meer wordt georganiseerd.

Weet je zelf nog iets wat in de geschiedenis van VCA heeft plaatsgevonden? Geef dat hieronder aan in een reactie!

2 thoughts on “Geschiedenis

  1. Dat in het begin van VCA verschillende leden van het klooster lid waren van de voetbal club.Ik was er ook eentje van en heb nog verschillende wedstrijden mee gedaan tot ik eruit stapte en verhuisde.Daarom heeft mij ook VCA altijd aangetrokken.Een van de eerste spelers van VCA die ik mij nog herrinner is Piet van Dinther.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.